Dantam Lui

Hogepriester van Festis Baharu

Dantam Lui werd geboren uit een buitenechtelijke affaire tussen de gewezen Granigomse wolhandelaar Egenolf Lui en de veertienjarige zuster Porphyria uit het klooster van de Verjaarde Maagden van Festis Baharu. Egenolf, die kanselier aan het hof van Maximiliaan I was, durfde zijn echtgenote Rumelia, kamenierster van zijne majesteit, niet te vertellen van zijn escapade en besloot zijn zoon te laten opgroeien in het klooster.

Op de gedenkdag van de Heilige Radmon, profeet van Festis Baharu, beviel Porphyria van Dantam en Rumelia van Hargis. Rumelia vertelde vriend en vijand dat de kleine Hargis vast en zeker de krachten van Radmon had ontvangen. Daar is tot nu toe echter nooit iets van gebleken. Bij Dantam echter...

In het klooster werd de kleine Dantam opgeleid in de mysteriën van Festis Baharu. Al snel vond de dreumes zijn roeping: de kleine Dantam leek een bijzondere band met Festis te hebben... Als tempelknecht werd de vijfjarige Dantam aangesteld in Festis’ grote tempel te Pugilon, waar hij zich overgaf in de handen van zijn nieuwe meester, de zonderlinge hogepriester Prots D’hark, die hem alles leerde wat jongens volgens hem behoren te weten. Prots, een voornaam priester, schermde zijn pupil zoveel mogelijk af van de buitenwereld, alsof hij zijn eigen zoon was. Ook introduceerde Prots D’hark de noviet aan het koninklijk hof, waar de jongen zijn vader en halfbroer ontmoette, zonder dit te weten. Op zijn achtste werd Dantam tot priester gewijd in het bijzijn van het voltallige hof. Maximiliaan I was zò gecharmeerd van de jonge priester, dat hij Dantam Lui als persoonlijke biechtvader opnam in zijn paleis.

Op zijn sterfbed biechtte de aan ruggemergtering lijdende Egenolf alles op aan de zestienjarige Dantam, die hem als priester bijstond in zijn stervensuur. Egenolf was altijd van Porphyria blijven houden en had haar willen huwen, maar zij wees hem af en verliet haar zusters om haar intrede te doen in het klooster voor Gevallen Vrouwen van Onan. Dit verraad aan zijn vader en de daaraan gekoppelde bekering tot Onan van zijn moeder, deden bij Dantam een hartgrondige haat opbloeien tegen deze merkwaardige cultus. Hij zou de rest van zijn leven besteden aan het bestrijden van het Onanisme.


Dantam en Hargis waren als leeftijdsgenootjes aan het hof zeer hecht bevriend en deelden alles. Zo redde Dantam ooit het leven van Hargis, toen deze tijdens een zomerse jachtpartij op vechtvarkens gebeten werd. Dantams gebed tot Festis deed de wond genezen en de jongens bleven onafscheidelijk. Het was de dood van de oude Egenolf Lui die hier voor het eerst verandering in bracht: Dantam koesterde lange tijd wrok tegen zijn intelligente halfbroer, die opgang maakte als hofarchitect en altijd had kunnen rekenen op de liefde van hun vader.

Na de dood van Maximiliaan I vroeg de nieuwe koning, Maximiliaan II, Dantam de zorg voor de opleiding van zijn zoon op zich te nemen. Hoewel Dantam na al het gebeurde van plan was het decadente Pugilon achter zich te laten, liet hij zich toch overhalen. Kort daarna werd Dantam onverwachts de nieuwe hogepriester van Festis Baharu, nadat Prots D’hark tijdens een feestmaal ter gelegenheid van de verjaardag van Zijne Majesteit op mysterieuze wijze in de rituele wervelzaag van Dantam Lui was gevallen.

Gedurende lange tijd leed Dantam Lui aan angstdromen, waarin hem de Askaloch verscheen, de laatste telg van het geslacht Damor, de erfvijanden van het geslacht Pugil. In deze dromen gaf Festis Baharu aan Dantam het advies een groep dappere krijgers te verzamelen en naar de Summoning van 998 te trekken om de Askaloch te zoeken. Maximiliaan II bevestigde Lui’s opdracht en stuurde zijn eigen zoon, de aartsluie Max III, mee in de hoop dat deze zijn taken als troonpretendent zou leren uitoefenen. Op de Summoning van 998 vond de groep de Askaloch niet en de toorn van Maximiliaan II wachtte allen, niet in het minst dankzij het dramatische relaas van de doortrapte Max III, die zijn kans schoon zag om zich van zijn bemoeizuchtige tutor te ontdoen. Mats D’hark stelde nog voor om slechts Lui uit te leveren als genoegdoening, maar Lui nam de benen naar Rankin in Teridion, wachtend op zijn kans om terug te keren naar Pugilon en in zijn oude luister hersteld te worden.

Het reisgezelschap, inmiddels verbannen uit Yamahr, besloot zich terug te trekken naar de Zuidelijke Landen. Ook prins Max ging mee, aangezien een huwelijk met de overvoluptueuze Twijgje Avondrood hem geen goed idee leek. Geen tocht door de zuidelijke landen is compleet zonder een bezoek aan herberg De Gevulde Koe in Rankin, waar het gezelschap Lui redde uit een benarde situatie met messen, grote stugge boeren en een hele kar vol groene kool...

Terug naar wie wij zijn

Home